h

Interview met Rikus Brader, lijsttrekker van de SP afdeling Rheden

5 januari 2006

Interview met Rikus Brader, lijsttrekker van de SP afdeling Rheden

“SP is niet tegen rijkdom, wel tegen armoede”

“Weet je dat er in de gemeente Rheden elke week zo’n 100 mensen een voedselpakket halen bij de voedselbank. Wij, als een van de rijkste gemeenten in Nederland, hebben hier dus verborgen armoede. En ik kan mij voorstellen dat mensen al snel denken dat het dan om allochtonen gaat, maar het gaat in dit geval ook om Nederlanders. Het zijn gewoon mensen, zoals jij en ik, die om een of andere reden afgegleden zijn naar een ongrijpbaar laag bestaansminimum. Het zijn mensen die een eigen bedrijf hebben gehad, failliet zijn gegaan of mensen die om andere redenen wekelijks naar de voedselbank moeten. Wij willen deze groep te pakken krijgen en kansen creëren om ze uit het armoede circuit te halen. Uiteindelijk moeten de mensen het zelf doen, maar zonder hulp vaart niemand wel.”

De huidige bestuurscultuur binnen de gemeente Rheden is er volgens Brader een van weinig daadkracht. “Iedereen houdt elkaar de hand boven het hoofd. Uit belang voor het behoud van het college. Het lijkt er gewoon op dat de gemeentepolitiek niet voor haar eigen bevolking kiest, maar alleen voor zichzelf. In de raadszaal zijn er geen vlammende discussies; er is geen enkel vuur in het debat. Het kabbelt allemaal braaf voort.”

“Tot nu toe heb ik het gevoel dat alleen SP, VVD en Gemeente Belangen de enige partijen zijn die daadwerkelijk de straat opgaan. Wij doen bijvoorbeeld aan buurtonderzoek. Mensen persoonlijk aanspreken over hun persoonlijke leefomstandigheid. De huidige VVD doet op zijn manier. Zij laten ook overal hun gezicht zien, zonder alleen linten door te knippen. Gemeente Belangen is ook een van die weinige politieke partijen, die direct betrokkenheid bij de burger toont. Verder kan ik even niets verzinnen”, aldus Rikus Brader,

“De SP is niet tegen rijkdom, maar wel tegen onnodige armoede”, aldus Brader. “Iedereen heeft recht op een volwaardig inkomen. Daarvoor moeten aan de mensen dan wel de kansen worden geboden. Daarba is het dan de plicht van elk individu om een bijdrage te leveren aande maatschappij. Ieder naar eigen kunnen. Dat is voor mij de basis voor de strijd tegen onnodige armoede. Tot nu toe neemt de gemeente te weinig stelling hierin. De overheid komt wel met middelen over de brug, maar nog veel te weinig. Het is dus voor de gemeente de hoogste tijd om aan de bel te trekken. De afstand tussen de burger en voorzieningen wordt steeds groter wordt. Ik verwacht meer daadkracht van de gemeente met nog meer betrokkenheid.”

J.A. van Iterson

U bent hier