Rheden

Op dinsdag 23 september, precies 100 dagen voordat gemeenten verantwoordelijk worden voor de decentralisaties, sprak de gemeenteraad van Rheden voor het eerst uitgebreid over het Jeugdbeleid.

Er is in de gemeenteraad al eerder gesproken over de Participatiewet en ook over de nieuwe taken binnen de WMO. Op de achtergrond is door ambtenaren wel veel voorbereid, maar dinsdag werd er voor het eerst door de gemeenteraad echt uitgebreid en meer concreet over de jeugdzorg gesproken.
 

De fractie van de SP heeft grote zorgen over de decentralisaties. Ook de SP vindt dat een belangrijk beleidsterrein, zoals de jeugdzorg, dichtbij de mensen uitgevoerd moet worden. De manier waarop het nu echter gedaan wordt, met grote bezuinigingen en het tempo waarin alles voorbereid moet worden, baart de SP zorgen. En niet alleen ons, zoals ook blijkt uit de vele berichten in de media over dit onderwerp.
 

De SP Rheden heeft een aantal zorgen tijdens de behandeling naar voren gebracht.
 

– De Jeugdnota beschrijft algemene uitgangspunten. Het is echter een papieren werkelijkheid die wordt omschreven. Hoe gaat dit in de praktijk uitpakken? Er is nog erg veel onduidelijk over om welke kinderen het gaat en welke zorg benodigd is voor deze kinderen.
 

– Alleen een professionele jeugdhulpverlener mag bepalen wat aan zorg nodig is. Tijdens de informatie-avond van 9 september werd door de ambtenaar uitgelegd dat het kan gebeuren dat het niet de professional, maar een ambtenaar van de gemeente is, die bepaalt wat nodig is. Als bijvoorbeeld in het team twee professionals het niet eens zijn, dan beslist de ambtenaar. Dit gebeurt dan volgens het college wel “professioneel”. De SP vindt dat alleen een jeugdhulpverlener echt kan beoordelen wat aan zorg ingezet moet worden.
 

– Er mogen absoluut geen kinderen tussen de wal en het schip vallen! In principe heeft de gemeente gekozen voor de lijn dat ze “het doen voor het geld dat Den Haag beschikbaar stelt”, dit betekent dat het college er voor kiest om de decentralisaties uit te voeren met een grote bezuinigingsopdracht. De Algemene Rekenkamers van de 4 grote steden hebben onlangs gewaarschuwd voor het feit dat het enkele jaren zal duren voordat een besparing te realiseren is via preventie en dat er de eerste jaren waarschijnlijk juist extra geld bij moet. Het college verwacht wel een besparing te behalen op de Jeugdzorg door inzet van meer preventie, meer inzetten op de zelfredzaamheid van inwoners en ook doordat er de laatste jaren al een afname te zien was in hulpvragen.

In Denemarken bleek echter dat er de eerste jaren, nadat gemeenten verantwoordelijk werden voor de Jeugdzorg, meer hulpaanvragen waren. Dit komt doordat gemeenten beter zicht hebben op de doelgroep. Waar mensen eerst de weg niet konden vinden door alle bureaucratie, konden zij dat nu wel. “En dat is mooi! Maar erkent het college dat zo'n verschijnsel zich ook binnen onze gemeente zich kan voordoen? Hoe gaat het college hier mee om? Op=op? Of kan het college garanderen dat er geen nee verkocht gaat worden aan kinderen en gezinnen die echt hulp nodig hebben?” Aldus Tamara Koppelaar, raadslid SP.

Nadat meerdere fracties hebben gevraagd om zo'n garantie, gaf wethouder Pos aan dat er wat hem betreft geen kinderen tussen de wal het schip komen te vallen; “ik laat geen kinderen in de kou staan!”.
 

– De SP heeft verder haar zorgen geuit over de mogelijke ontslagen die gaan vallen bij de jeugdzorginstellingen. Hierdoor kan veel kennis en ervaring verloren gaan, die de gemeente hard nodig kan hebben. Op de vraag of het college bereid is om in overleg te gaan met deze instellingen, om te kijken of ook daar een zogenaamde “zachte landing” kan plaatsvinden, antwoordde Pos dat het college daarin weinig kan doen op dit moment.
 

– Meerdere fracties, waaronder ook de SP, uitten hun zorgen over de rol die de gemeenteraad heeft op dit terrein. Hoe kan de gemeenteraad controleren of het allemaal goed gaat? Op welke manier wordt de gemeenteraad betrokken bij deze nieuwe taak? De wethouder gaf aan dat de gemeenteraad op de hoogte wordt gehouden via verschillende evaluatie-momenten en dat de raad een rol heeft bij het vaststellen van de verordening Jeugd, die in oktober 2014 wordt vastgesteld.
 

De SP fractie heeft tegen deze beleidsnota gestemd en gaf daarbij de volgende verklaring:

“Zoals we in eerste termijn al naar voren hebben gebracht heeft de SP grote zorgen over deze decentralisatie. Juist omdat we het hier hebben over een echt kwetsbare groep en we willen dat deze groep kinderen en gezinnen goed begeleid gaan worden. Ook om te voorkomen dat ze ook op volwassen leeftijd nog problemen ondervinden. Het beleidsstuk roept te veel vragen op achter de papieren woorden, de antwoorden op onze vragen roepen ook nog teveel nieuwe vragen op. Onze zorgen over dit onderwerp zijn dan ook niet weggenomen. Preventie is belangrijk, maar dat doen zonder extra geld te willen investeren is geen goed plan. Het feit dat een gemeenteambtenaar op de stoel van de jeugdhulpverlener kan gaan zitten ook niet!

Wij zullen de verordening die in oktober besproken gaat worden goed bekijken en als dat nodig is, op dat moment met amendementen komen om de praktische invulling waar nodig te wijzigen. Wij zullen, gezien onze zorgen, dan ook tegen deze nota stemmen. “